회원로그인

HOME설교샘플/운영자와의 대화마당

설교샘플/운영자와의 대화마당

게시물 상세
네덜란드(화란)어 설교 원고 샘플 9 <Christus hoog hebben(하늘 나라에 계신 그리스도)/네덜란드어(화?
작성자 : 운영자(kylggc@hanmail.net)  작성일 : 2009-04-18   조회수 : 1256

Christus hoog hebben(하늘 나라에 계신 그리스도) 
시99:1-4,벧전3:8-12,시34:4-5,사8:11-18,벧전3:13-17,시34:7-8,시98:3-4
네덜란드어(화란어)설교

Liturgie:
Ps 99 : 1-4
NG 80
Schuldbelijdenis en genadeverkondiging
1 Petrus 3 : 8-12
Ps 34 : 4-5
Jesaja 8 : 11-18
1 Petrus 3 : 13-17
Ps 34 : 7-8
1 Petrus 3 : 13-17
Ps 56 : 3-4
Tien Woorden
LB 442
Offerande
Ps 98 : 3-4


Gemeente van onze Here Jezus Christus, mijn broeder en mijn zuster,

Als via jou een mens tot Christus komt, is dat belangrijker dan al het andere dat je ooit in je leven zult bereiken.

Een gesprek voeren met een niet-christen over je geloof is niet eenvoudig. Meestal worden vragen gesteld waar je zelf nog nooit over hebt nagedacht. Tja, waarom is dat eigenlijk zo? Je weet dat God het zo heeft gezegd, maar hoe het precies zit, en waarom dat zo is. Geen idee... Of je krijgt vragen voor je voeten geworpen waar je zelf ook mee worstelt en niet uit bent. Hoe kan ik in een goede God geloven, met zoveel lijden en rampen? Waarom zoveel afschuwelijke gebeurtenissen? Als de waarheid zo eenvoudig is, waarom maken mensen het dan zo moeilijk? En ga zo maar door. Soms sta je dan met de mond vol tanden en moet je het antwoord schuldig blijven.

Maar het is ook zeer de vraag of je zulke vragen wel moet kunnen beantwoorden. Is het mogelijk, is het nódig om op alle vragen een sluitend antwoord te geven? Ik geloof er niets van. Je hoeft niet van alles verantwoording af te leggen. Petrus vraagt dat je verantwoording aflegt van de hóóp die in je is. Dus dát je in Christus gelooft, hoeveel je van Hem verwacht.

Want stel dat een ander doorvraagt, waarom je zelf gelooft en je zegt:
omdat mijn ouders naar de kerk gaan,
● ik ben het gewend en weet niet beter,
● ik ben zo opgegroeid en het zijn goede normen en waarden,
● het lijkt mij een goede gok, je weet naar nooit, ik wil niet in de hel komen,
● ik neem het zekere voor het onzekere,
● ik heb nu eenmaal voor deze godsdienst gekozen, het had evengoed een andere kunnen zijn, als ik in Saoedi-Arabië was geboren, was ik moslim geweest etc.

Dat zijn nou niet bepaald sterke antwoorden die krachtig overkomen. Het is een enorm zwaktebod om in Christus te geloven. Het is zelfs de vraag of dergelijke antwoorden getuigen van levend geloof. Maar het geeft ook bepaald geen goede reclame voor Christus. Het is in feite een belediging voor Hem als je nagaat wie Hij is: de Heer van het heelal, de grootste Mensenliefhebber, de Redder van de wereld. En nog zoveel meer. De kern van evangeliseren is volgens Petrus: vragen oproepen. Om vervolgens Christus te erkennen als Heer en Hem te eren met heel je hart. Dat is de kernzin! Daar gaat kracht vanuit van binnen naar buiten.

Vreemdelingen met uitstraling: hebben Christus heel hoog, diep van binnen naar buiten
Dat: 1. drijft angst uit voor mensen,
2. leidt tot hoopvol getuigen,
3. maakt bereid lijden te verduren.

1. Angst voor mensen. Dat zit er diep in. Petrus heeft er ook oog voor. Hij weet hoezeer angsten een rol spelen bij de christenen aan wie hij schrijft. Je krijgt sterk de indruk dat er sprake was van intimidatie. Christenen werden in elk geval niet geaccepteerd en ook steeds minder getolereerd. De omgeving laat zich honend uit over hun goede christelijke levenswandel. Door hun veranderd gedrag horen ze er niet meer bij en worden ze steeds meer buitengesloten. En in de praktijk blijkt dat sommigen onrecht wordt aangedaan, met name christelijke slaven, dus in de arbeidsverhoudingen gaat ’t grondig mis (2:18v). Daar blijft het niet bij, ook christelijke vrouwen worden door hun ongelovige mannen geïntimideerd en bedreigd. Want Petrus roept op dat zij het goede moeten blijven doen, geen kwaad met kwaad vergelden en zich geen angst moeten laten aanjagen (3:6).

Als het gaat om de verhouding tussen christenen en niet-christenen, kan angst een belangrijke rol spelen. Het hangt af van de situatie, maar nog steeds is het zo dat angst en schaamte ons belemmeren in het openlijk christen zijn. Neem de volgende situaties:

Angst om afgewezen te worden en buitengesloten. Je houdt je in en komt niet te sterk naar voren met je christelijke overtuiging, want daardoor zou je buiten de groep komen te staan. Angst om erkenning te verliezen, achteruitgezet of aan de kant gezet, op school, op je werk.
Je bent bang dat je te kijk wordt gezet. Bang om belachelijk gevonden te worden. Of zelfs belachelijk gemaakt om je standpunten. Bang voor spot en hoon, striemende opmerkingen. Daarom houd je je op de vlakte of op de achtergrond bij inhoudelijke gesprekken. Want wat zullen ze wel niet van je denken en van je vinden?
Angst om moeilijke vragen te krijgen waar je het antwoord niet op weet. Je gaat moeilijkheden uit de weg en mijdt iedere confrontatie, uit onvermogen en onwetendheid.

Angst is een slechte raadgever. Dat geldt hier in het bijzonder. Petrus gaat erop in en hij benoemt de angsten gelukkig. En dat is al heel wat. Angst is niet raar en Petrus kijkt er niet vreemd van op. Hij begint met de onderkenning van de angst: bewustwording. En hij roept op je niet door angsten te laten leiden. Wees niet bang voor dreigementen. Laat je niet intimideren. Wie zou je kwaad doen? Wat kan een ander mens je maken als je van Christus bent? Hierin klinken de woorden weer door van onze Heiland: wees niet bang voor wie je lichaam en psyche kunnen pijnigen, maar hebt ontzag voor Hem die je ziel kan doden (Mat. 10:28). Niet bang zijn voor mensen, gaat samen met ontzag voor God!

Petrus sluit aan bij een Godswoord aan Jesaja. Jesaja moest namens God de angst voor mensen onthullen. Het volk, inclusief de koning, staat doodsangsten uit dat ze worden binnengevallen door buurlanden. Ze zijn druk in de weer met politiek en diplomatie. Bang voor menselijke dreigementen! Maar dat is een direct gevolg van gebrek aan vertrouwen in God. Wie bang is voor mensen, stemt tegen de geloofwaardigheid van God en eert Hem niet met heel zijn hart. Dat vat God als een grote belediging op. En dan klinkt het: wees niet bang voor mensen, maar voor de HEER van de hemelse machten moet je ontzag hebben! Met andere woorden: vijanden boezemen ontzag in, maar ik zou willen dat ze iets van dat ontzag voor Mij hadden. God niet bevallen is angstaanjagender dan mensen niet bevallen!

Petrus trekt deze lijnen door naar Gods Zoon. Wees niet bang voor mensen, maar erken Christus als Heer en eer Hem met heel je hart. Mensen kunnen grote woorden gebruiken en je kwaad aandoen. Maar wat kunnen ze je maken!? Wees eerder bang om Christus’ liefde te verliezen. Het is niet zo erg als je met de mond vol tanden staat en geen antwoord weet. Wat Hij erg vindt, is: ongeloof, gebrek aan vertrouwen, niet genoeg aan Hem hebben, jezelf willen redden, jezelf staande willen houden. Dat is een belediging voor Hem. Het is zijn eer te na dat je Hem, de Levende die de dood heeft overwonnen, niet zou vertrouwen. En dat je je zo laat intimideren door sterfelijke mensen. Christus is eergevoelig. Hij heeft daar ook alle recht en reden toe. Want Hij is Heer van het heelal, de Allerhoogste Heer: ‘above all power, above all kings, all nations, and all created things, all wisdom, treasures of the earth’ (Michael W. Smith). Tegelijk ook Heer van je leven. Hij is je schat, Hij is je alles! Hij wil alles met jou delen. En Hij vindt het een ramp als Hij wordt buitengesloten, erger dan dat jij door mensen wordt buitengesloten die Hem niet moeten.

Erken Christus als Heer. Dat gaat samen met niet bang zijn voor mensen. Schuil bij Hem. Angst is begrijpelijk. We hebben angst die overwonnen moet worden door de belofte van Christus zelf. Twijfels die moeten worden beantwoord door zijn aanwezigheid. Laat je geen angst aanjagen, maar laat de angst telkens door Christus wegjagen. Liefde voor Hem drijft angst uit.

Hij is Heer! Heer en meester in het heelal. Waarom zou ik dan nog vrezen? Hij kan de dood aan, al het kwaad is Hij meester. Hij, de Heer van het heelal, is Heer over jou. Wie bedacht is op Christus als Medestander, hoeft niet beducht te zijn voor zijn tegenstander.

2. Bij evangelisatie hebben wij vaak het beeld dat christenen de vragen stellen: mag ik je iets vragen? ‘Geloof je in iets of Iemand, waar kom je vandaan, waar gaat het naartoe, wat gebeurt er als je sterft etc.’ Maar Petrus keert het om. Het leven van een christen roept vragen op. En dan bedoelt hij niet: dat er iets niet klopt tussen wat je zegt en wat je doet, dat mensen het niet kunnen rijmen dat je christen bent en je zo opstelt. Nee, dat je levenshouding juist in positieve zin vragen oproept. Een aantrekkelijke levenswandel roept vragen op. Dat mensen nieuwsgierig worden: ‘Hé, wat bijzonder, ik wou dat ik dat houvast had, die geborgenheid, die zekerheid, dat geluk, een doel om voor te leven.’

Wees altijd bereid tot verantwoording! Dus niet af en toe, en als het je uitkomt, maar altijd; dat is nogal wat. Je hebt namelijk niets te verbergen, maar veel te delen. Christelijk geloof is niets geheimzinnigs en stiekems, iets voor ingewijden alleen. Het is goed nieuws om te delen. Wees constant bereid je te verantwoorden. Wanneer vragen op je worden afgevuurd, luister ernaar, neem een welwillende houding aan, neem rustig de tijd om die op je in te laten werken. Ook als het kritische en moeilijke vragen zijn. Nu lijkt het erop dat je op allerlei manieren moet weten je te verantwoorden, alsof je overal uit moet zijn, en overal antwoord op moet weten. Het kan zo zijn dat je kritiek ontkracht, dat je verdedigt en verduidelijkt. Maar daar gaat het zeker niet in op. Tenminste, het mag niet zo zijn dat jij als christen als betweter overkomt. De belangrijkste reden is ook hier, dat je Christus erkent als Heer en dat je laat merken dat je hart vol is van Hem. De bedoeling is dat tot uitdrukking komt hoe hoog je Christus hebt. Dat je Hem in je hart erkent en je door Hem laat gezeggen. Dat je in de kern van je bestaan in je persoonlijkheid door Hem geraakt bent. Een positieve grondhouding is de enig juiste verantwoording.

Petrus is ook hier duidelijk een discipel van de Heer Jezus. Hij heeft Hem horen zeggen: ‘Bedenk wel dat jullie je verdediging niet moet voorbereiden. Want ik zal jullie woorden van wijsheid schenken die door geen van je tegenstanders kunnen worden weerstaan of weersproken’ (Luc. 21:15). Toen de apostelen in discussies werden gelokt en gevangen werden gezet, zeiden ze: wij kunnen niet nalaten te vertellen wat wij gezien en gehoord hebben (Hand. 4:20). Dat toont een afhankelijke houding en laat opnieuw zien hoezeer het gaat om de verhouding die je met Christus zelf hebt. Hij moet de ander overtuigen. Het hangt niet af van jouw verdediging. Het gaat niet om interessante discussies, ook niet om gelijkhebberij en het scoren van punten in een debat. Met een hardnekkig tegenstander redeneren heeft helemaal geen zin (Augustinus). Het kan zelfs zo zijn, dat na een gesprek het gevoel overblijft dat je hebt gefaald en je bent overtroefd. Dat falen kan ook tot een besef leiden dat je niet zonder God zelf kunt. Wij kunnen zelf geen mensen tot God brengen. Hij vraagt ook gebed, dat wij de ander in zijn handen leggen. De vraag is priemend, hoe groot jouw vertrouwen is dat God die ander tot inkeer kan brengen en tot inzicht dat Hij de Levende is!

De nadruk ligt dan ook op het verantwoording afleggen van de hoop die in je is. Om de hoop, de verwachting van Christus in je te hebben, moet je je die eerst eigen hebben gemaakt. Je kunt het moeilijk doorgeven, als het niet iets van jezelf geworden is. Ik heb gesprekken gehad met gemengde stellen waarbij de christelijke partner mij als het ware liet verwoorden wat het christelijk geloof betekende, terwijl hij zich zelf op de vlakte hield. Dat is tot mislukken gedoemd. Als je de hoop op God niet in je hebt, kun je nog zoveel argumenten verzinnen, maar dat overtuigt niet. Christelijk geloof is meer dan verstand, theoretische verhalen zetten niet in beweging. Het is ook meer dan gevoel; de golf van gevoel kan immers alle kanten op. Meer dan moraal, een pakket normen en waarden. Nee, het is een zaak van je hart, dat geraakt is!

Je kunt je kracht zoeken in het verdedigen van op zich goede regels, normen en waarden, moraal en vroomheid. Maar als de levende werkelijkheid van een verhouding met Christus zélf niet naar voren komt, is het krachteloos. Hoopvol zijn is voor Christus het allervoornaamste. Hoop is niet alleen toekomstgericht. Hoop is gericht op God in het heden, in het hier en nu. Die klemt zich vast aan wat Hij heeft gezegd: Ik ben met je, Ik ben voor je, wat er ook gebeurt. De christelijke hoop is gebaseerd op Christus’ levenswerk: zijn sterven en zijn opstanding. Anders gezegd: die toont de aanwezigheid van zijn liefde voor jou in het heden. Om met Paulus te spreken: de hoop wordt niet teleurgesteld, want Gods liefde is in ons hart uitgestort door de Geest (Rom. 5:5). Die hoop doet leven, daar leef je van op, omdat zijn liefde het hoogste goed is, Gods trouw beter is dan het leven. Ik twijfel niet dat mijn vrouw van mij houdt, maar kan het niet wetenschappelijk bewijzen. Een bewijs van liefde is niet een bewijs dat stenen niet omhoog vallen. Mijn hoop is gegrond op een overtuigende liefdesverklaring.

Vergelijk dat nou eens met de hoop die mensen aan zichzelf moeten ontlenen. Als het van jezelf afhangt, dan moet je in jezelf geloven, jezelf waarmaken, je eigen toekomst bouwen, je profiel uitdragen, je prestaties opbouwen, je leven zin geven. En als dat dan eens niet lukt of als het tegenzit, om wanhopig van te worden. Het moet in dit leven gebeuren. Wat een druk geeft dat. Dat kan een mens aanvliegen.

Maar dan: hoop op God! Zal dat niet veel angst en onzekerheid wegnemen? Als je overal antwoord op moet hebben, dát vliegt een mens aan. Maar je bent niet overal uit, je worstelt zelf nog met levensvragen. Je zoekt je houvast niet in je eigen inzichten, je eigen kennen en kunnen, maar bij Christus in eigen persoon. Hoop op Hem vliegt je niet aan, maar geeft je vleugels. Ik heb niet alles onder controle, maar Hij wel. Hij is Heer en Meester, heel het wereldgebeuren heeft Hij in zijn hand. Hij is Heer en Meester, elke situatie in mijn leven kan Hij aan. Niet dat ik dat altijd zo voel, ik ben niet altijd hoopvol gestemd, maar omdat Hij het heeft gezegd. Telkens weer als er aan mijn zekerheid wordt gewrikt en getornd, moet ik naar dat fundament toe. Maar dat kan dan ook tegen een stootje. Als je telkens terugkeert, zal je vertrouwen vaster worden.

Je kunt een discussie verliezen, je kunt geen weerwoord hebben, maar hoop op God laat juist zien dat je niet steunt op je eigen argumenten. Dat je het niet van jezelf verwacht, maar van Hem. En dat nemen ze nooit van je af. Christus zelf is je hoop, en je erkent Hem en eert Hem niet het meest als je een discussie wint, maar als je veel van Hem verwacht. Christelijk geloof verwacht niet zoveel van je eigen inzet voor God, maar van zijn inzet voor jou. Elke dag, ieder uur belooft Hij zijn steun. Zo eindigt Petrus: werp al je bekommernis op Hem, want Hij zorgt voor u (5:7)! U mag uw zorgen op Hem afwentelen, want u ligt Hem na aan het hart. Van Hart tot hart!

Christus wordt het meest door jou geëerd als je op zijn hulp rekent en Hem eraan herinnert dat Hij zijn beloften nakomt. Door veel van Hem te verwachten, onderscheid je je van mensen zonder hoop en zonder God.

Wat heerlijk ontspannend is het wat Petrus aanprijst! Dat past ook precies bij zijn opmerking dat je de ander moet benaderen met zachtmoedigheid en respect. Zachtmoedig is mild. De moed opbrengen om zacht te zijn en niet hard te oordelen en hard tekeer te gaan. Wie hard tekeergaat, overschreeuwt zichzelf. Wie zachtmoedig is, wil niet dwingen of forceren en zeker niet opdringen. Die laat ruimte aan de Heer zelf. De Heer Jezus noemt Zichzelf zachtmoedig. Hij gunt de ander de ruimte en gaat ook het gesprek met de ander aan. Wie Christus hoog heeft, wil zelf niet hoog van de toren blazen, maar naar Hem verwijzen. Wees zachtmoedig, dat is niet hooghartig; weet wie je zelf bent tegenover God. Je hoeft anderen niet op jouw niveau te brengen. Jouw taak is te laten merken dat je Christus hoog hebt. Vertrouwen op God maakt je mild tegenover een ander. Je hoeft jezelf en God niet te verdedigen. Je leeft zelf van genade; we moeten het helemaal van Hem hebben; dat maakt bescheiden en mild.

3. Heb je dat wel eens meegemaakt, dat andere mensen je niet moeten omdat je christen bent? Dat je vanwege je christelijke houding verachting oproept, minderwaardig wordt bekeken? Dat je met de nek wordt aangekeken omdat ze je zo bekrompen vinden en achterlijk? Een beetje honend doen: moet jij zondags naar de kerk als het zo warm is? Ben jij nog niet met je vriend of vriendin naar bed geweest? Ga jij nog trouwen in plaats van samenwonen? Ben jij altijd bij dezelfde man/vrouw gebleven?, wat saai, altijd hetzelfde, niet spannend, huisje-boompje beestje (vgl. De beststeller van Heleen van Rooijen, De ontsnapping). Vertrouw je nog steeds op die God, terwijl je zoveel moet incasseren...? Kortom, dat mensen je niet moeten omdat je goed wilt doen, af wilt gaan op wat God goed vindt. Dat mensen zich honend uitlaten over je goede christelijke levenswandel en instelling. Dat heet lijden verduren.

Petrus is de laatste om daar zielig over te doen. Kijk er niet vreemd van op als je miskenning krijgt. Wie Christus erkent en hoog heeft, moet niet verwonderd staan als dat heftige reacties oproept. Wees eerder verbaasd als je nooit op tegenstand stuit! Hij noemt schrijnende situaties van personeel dat onrecht lijdt. Hij heeft het over vrouwen die het leven zuur wordt gemaakt, die worden getergd en geïntimideerd. Genoeg situaties te bedenken waaronder door een christen geleden wordt. Maar hij is het met de heidense filosofen van die dagen eens: het is beter leed te verduren, dan het onrecht met onrecht te bestrijden. Beter onrecht lijden dan onrecht doen.

Houd het goede voor ogen. Wie kan je kwaad doen als je je inzet voor het goede doel? Ze kunnen niet aan jezelf komen. Lichamelijk en psychisch kun je worden afgemat en gekneusd, maar ze krijgen je innerlijk niet stuk. Als je lijden moet verduren, ben je te feliciteren, zolang je het goede Voorbeeld volgt. En dat goede Voorbeeld is Christus zelf. Hij zei het in de Bergrede: gelukkig wie vanwege Mij miskend wordt en genegeerd. Dat was overigens niet nieuw. In Psalm 34 heeft David het ook gezegd: de vrome ontmoet keer op keer rampen en tegenslagen, maar God trekt Zich dat aan, Gods kind kan veilig gaan.

Ben je bereid om lijden te verduren als je vasthoudt aan het goede? Hoe ooit het goede doen, als Christus niet het goede voorbeeld geeft. Dat is Hem navolgen. Het wordt ingevuld vanuit 2:21. Dit is je roeping, in het spoor van Christus, achter Hem aan te gaan. Ook Christus heeft geleden omwille van jou, heeft spot en hoon over Zich heen gekregen. Treed dus in zijn voetsporen. Het is genade als je verdraagt wat je moet lijden voor goede daden. Het gaat om navolgers van het goede of van iemand die goed is geweest. Leven in verbinding met Hem. Het is blijk van genade als je lijden verdraagt terwijl je het goede doet. Goeden moeten onder de kwaden lijden.

Als je lijdt omwille van de gerechtigheid en veel over je heen krijgt, of van onrecht wordt beticht. Als je recht wilt doen en stuit op het kromme om je heen, wat je met geen mogelijkheid recht krijgt. De weg van gerechtigheid, recht doen, is de weg van de meeste weerstand: opkomen voor de zwakke, rechtmatig en eerlijk verdelen, opkomen voor de arme, de verdrukte. In een wereld van onrecht recht zoeken. Die weg is zeer weerbarstig; daar zul je onder lijden.

Zie het ook als een eer om voor Christus op te komen en te verduren wat je wordt aangedaan. Als je te kijk wordt gezet met het evangelie, voelen we ons naar. In de ogen van de mensen word je niet geacht. Maar bekijk het zo: God keurt je waardig om iets van Christus’ kruis in deze wereld te voelen en te dragen in je leven.

Geloven in Christus moet ook de praktijkproef ondergaan. Als je in een situatie verkeert die door God is gewild, zul je meer gemotiveerd zijn te doen wat Hij in de gegeven omstandigheden wil. Onder alle omstandigheden zal de diepe verbondenheid met Christus iemand tot een gelukkig mens maken. Door consequent het goede voor te houden, kan het kwade worden afgeblokt.

Samenvattend:
Christus heel hoog hebben. Dat creëert vreemdelingen met uitstraling.
Ontzag voor God verjaagt angst voor mensen. Wees niet bang, God zorgt!
Leg hoopvol getuigenis af. Geen mens kan zonder hoop. Hopen omdat de liefde in je hart is uitgestort. Hopen op God die niet bedriegt.
Wie lijdt, heeft het zwaar te verduren, maar dat weegt niet op tegen de erfenis die je staat te wachten. De zekerheid dat Hij is opgestaan en terugkomt, geeft nu kracht om te dragen.

Zal er iemand zijn die via jou naar de nieuwe aarde gaat? En die straks tegen je kan zeggen: ik ben blij dat God je als middel hebt gebruikt om mij te bereiken. Prachtig dat jij geduld had en genoeg om mij gaf om met het goede nieuws over te brengen. Dat je Christus zo hoog had, was terecht. Niemand heeft ooit zoveel van mensen gehouden. Het mooiste geschenk dat je mij hebt gegeven, is dat jij mij hebt bekeken met de ogen van Christus. Dat wij Hem na aan het Hart liggen.
Amen.
이전글 독일어 설교 원고 샘플 10 <Der verlorene Sohn oder von der gron Vaterliebe(방탕한 아들 또는 훌륭한
다음글 중국어 설교 원고 샘플 8 <奇妙的大愛(기묘한 큰 사랑)/太5:44-45(마5:44-45)>